Met een heg, help je insecten en vogels echt. Plant hem nu het warm en vochtig is. Wij geven je tips voor de beste haagplanten voor insecten en vogels, advies bij het plaatsen, de beste bodembedekkers voor eronder en wat te doen als u een kleine tuin heeft.
Oktober en november zijn ideale maanden om een heg (of haag) te planten. Het vriest vaak nog niet en er valt genoeg regen: perfect. Dan kunnen die wortels goed op stoom komen voor het voorjaar.
Heggen geven privacy en beschutting tegen weer en wind. Ze laten wel een klein beetje wind door, zodat ze bij een zuidwester storm niet zo snel omwaaien als schuttingen. Maar heggen komen pas écht tot hun recht als voedselbron en leefgebied voor vogels en de vele andere levende wezens in uw omgeving.
Heb je een klein tuintje, plant dan een klein hegje. Hier leest u alles wat u moet weten over vogelvriendelijke hagen en waarom u er één zou moeten overwegen.
Een inheemse heg helpt dieren echt
In, op en onder een inheemse heg kunnen wel honderden soorten wilde dieren leven: insecten en andere ongewervelde dieren, kleine zoogdieren, amfibieën, reptielen én vogels. Inheems betekent dat de planten hier van nature voorkomen en dus een sterke relatie hebben met de insecten en vogels die hier leven. Ze kunnen soms niet zonder elkaar.
Na de Tweede Wereldoorlog werden veel hagen op het ons platteland vervangen door prikkeldraad of verdwenen helemaal na de ruilverkaveling. (Honderd)duizenden kilometers haag hebben we zo verloren, dus het planten van een inheemse heg in je tuin, helpt de natuur echt.
Heg-vogels
Vogels die zeer waarschijnlijk in je heg komen zijn de volgende soorten:
- Winterkoning
- Roodborst
- Pimpelmees
- Huismus
- Merel
- Heggenmus
- Houtduif
- Spreeuw
- Zanglijster
De beste planten voor je heg
De beste heggen bestaan uit verschillende soorten, die op verschillende tijdstippen bloeien en bessen dragen. Dit geeft ze het hele jaar door waarde voor de vogels en andere heg-gebruikers. U kunt bijvoorbeeld kiezen uit onderstaande soorten haagplanten. Allemaal geweldig voor de natuur.
- Beuk
- Hondsroos
- Taxus
- Liguster
- Meidoorn
- Sleedoorn
- Hazelaar
- Hulst
- Veldesdoorn
- Duindoorn
- Lijsterbes
- Gele kornoelje
- Krentenboompje
- Kardinaalsmuts
- Egelantier
Een hoge of lage heg
Denk vooraf na over hoe hoog u de heg wilt hebben en laat u voor de meest geschikte soorten informeren door één van de vrijwillige Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming, of door een kweker in de buurt. Een jaarlijkse snoeibeurt helpt uw haag uiteraard op een beheersbare hoogte te houden. Voor een laag hegje rond een bloemperk, kunt u ook denken aan soorten als lavendel of rozemarijn. Die kunnen tot 60 cm hoog worden.
Hoe plant je de heg?
- Plant de heg als de temperatuur boven nul is.
- Graaf een greppel waar u de heg wilt hebben.
- Schep compost (of een laag half verteerde bladeren) onder in de greppel.
- Zet de planten in een dubbele rij, ongeveer 30 cm uit elkaar. U kunt ze in een rechte lijn zetten, of golvend voor een meer natuurlijke uitstraling.
- Schep de grond terug over de wortels en duw die stevig aan met uw voet.
- Geef veel water.
- Afhankelijk van hoe hoog de planten zijn, kunt u nu van de helft van de takken het bovenste gedeelte afknippen. Hoe lager de plant, hoe gemakkelijker de wortels het namelijk hebben en hoe sneller ze kunnen groeien. Het afknippen zorgt er ook voor dat de plant dichte bladeren heeft vanaf de basis.
Bodembedekkers eronder
Vrijwel meteen kunt u bodembedekkers onder de haag planten, die voorkomen dat de grond uitdroogt, dat er kruiden gaan groeien die u misschien liever niet ziet, of dat katten er poepen in de lekker omgewoelde grond. Bijvoorbeeld:
- Bosaardbei
- Kruipend zenegroen
- Driekleurig viooltje
- Longkruid
- Ooievaarsbek
- Kleine maagdenpalm
- Gevlekte dovenetel
- Lelietje van dalen (let op dat de bollen biologisch zijn)
- Mansoor
- Vrouwenmantel
- Bosanemoon
De heg snoeien
Snoei níet in het broedseizoen, globaal van maart tot eind augustus, want anders verstoort u broedende vogels. Controleer ook buiten die periode of er nesten zitten, want soms zijn er vroege of late legsels. Hoeveel u snoeit, hangt af van hoe u wilt dat uw haag eruitziet. Snoeien doet groeien, dus hoe meer u snoeit, hoe dichter de heg wordt.
Knip elk jaar de dikste takken een centimeter of twintig boven de grond af. Die lopen weer uit en zo blijft de heg vol en groen. Ruim niet alles op! Want dorre blaadjes onder de heg zijn weer een wereld op zichzelf.
Kleine tuin, kleine heg
Haag klinkt nogal groot, maar dat hoeft niet zo te zijn. Heeft u een kleine tuin? Plant dan in een hoek van de tuin een paar haagplanten. Zo creëert u een klein stuikgewasje in die hoek, dat waarschijnlijk de belangrijkste plek in uw tuin wordt voor broedende en voedsel zoekende vogels. Het is ook meteen de ideale plek om een egelhuis te plaatsen voor ze in winterslaap gaan. Niet voor niets dat ze heggen-varkentjes (hedgehogs) heten in het Engels!